Ollantaytambo ligt op zo’n 72 kilometer van de Peruaanse stad Cusco en bevindt zich in The Valley of the Inca’s. Ollantaytambo was in de tijd van de Inca’s het verblijf van keizer Pachacuti. Hij bouwde later het dorpje erbij. Tegenwoordig is Ollantaytambo een belangrijke toeristen trekpleister. Vanuit deze plek start de populaire Inca Trail.
Hoe kom je er?
Je kunt een tour boeken naar Ollantaytambo of op eigen houtje gaan. Ik koos voor het laatste. Vanuit Cusco kun je makkelijk voor 10 soles (in 2018) een collectivo (busje) scoren. De rit duurt ongeveer een uurtje.
De busjes stoppen op het Plaza de Armas en daarna is het nog vijf minuten lopen naar de entree van de ruïne. Ik hoefde geen kaartje te kopen omdat ik dag ervoor naar Pisac was geweest en daar een combikaart had gekocht. Hiermee kun je drie ruïnes bezoeken en de kaart is twee dagen geldig.




Minder indrukwekkend dan Pisac
Ollantaytambo vond ik persoonlijk minder indrukwekkend dan Pisac. Het is veel kleiner en je bent er sneller doorheen. Ook vond ik de ruïnes minder indrukwekkend. Alsnog heel fascinerend om te zien maar als je eerst naar Pisac bent geweest dan valt het toch een beetje tegen. Of misschien kwam het omdat ik een beetje moe was die dag en de busrit erg lang duurde.








Terug naar Cusco
Het plan was om na Ollantaytambo naar de ruïnes van Moray te gaan. Maar ik was te moe. Ik besloot om terug te gaan naar Cusco. Een goede keuze want de terugweg duurde lang.
Vanuit Ollantaytambo gaat er (in 2018) geen collectivo direct naar Cusco. Ik moest eerst naar Urubamba en daar overstappen op een collectivo naar Cusco. Dit ging gelukkig vrij soepel en het uitzicht onderweg was prachtig.
Als ik het mocht overdoen zou ik misschien toch een tour boeken. Dit is wel duurder maar ook veel sneller. Je kunt dan alle ruïnes in de buurt bezoeken.
