Valparaiso is de grootste havenstad in Chili en ligt op ongeveer 1,5 uur rijden van Santiago. Het centrum werd in de 19e eeuw gebouwd en is goed behouden gebleven. Het staat op de UNESCO Werelderfgoedlijst.
Hoe kom je er?
Vanuit Nederland vlieg je in 15 uur direct van Amsterdam naar Santiago. Op het vliegveld kun je een taxi regelen naar het centrum dit kost ongeveer 15 duizend Peso (€ 18) en duurt 30 minuten. Een goedkopere optie is de bus, maar deze stopt natuurlijk niet vlak voor je hotel/ hostel.
Vanaf het Pajaritos busstation in Santiago vertrekken de hele dag door bussen naar Valparaiso. Ik betaalde € 9,20 voor een retourtje (in 2019).
Waar verblijf je?
Ik verbleef bij Hostel Maison de la Mer. Klinkt Frans? Dat klopt, de eigenaren zijn Frans. Ik had een grote kamer met privé badkamer en betaalde € 20 per nacht (inclusief ontbijt). Het hostel heeft een grote eetruimte, een keuken en een terras.
Maison de la Mer ligt in een veilige buurt en op loopafstand van La Sebastiana. Het enige minpunt is dat het op een heuvel ligt. Dus elke keer als je naar beneden loopt om bijvoorbeeld boodschappen te halen moet je daarna weer omhoog. Wel een goede workout.

De weg omhoog naar het hostel.

Wat is er te doen?
Ik was twee dagen in Valparaiso en dat is genoeg om veel te kunnen zien en doen.
Cerro Allegre & Cerro Concepción
Valparaiso deed me een beetje denken aan La Paz in Bolivia maar dan in het klein. Veel gekleurde huizen op heuvels.
De twee bekendste heuvels zijn Cerro Allegre en Cerro Concepción. De huizen hier zijn heel kleurrijk en veelal versierd met streetart. Je vindt er verder leuke winkeltjes en restaurants. De bekendste straat is Tempelman.







Ik kreeg een tour door de kleurrijke wijken van Valparaiso van een dame die ik eerder ontmoet had op Paaseiland.
Na de tour aten we bij een typisch Chileens tentje. De maaltijd bestond uit patat met een lading groenten erop (een soort kapsalon maar dan zonder vlees en kaas). En we kregen er pisco shots bij die ik uiteindelijk alle drie opdronk omdat de andere twee dames (een vriendin was mee) niet wilden. Ik vond het wel grappig, shots doen om drie uur ’s middags.






Je kunt natuurlijk lopend de heuvels trotseren maar het is makkelijker om het treintje te nemen. Binnen een minuut sta je boven. Een kaartje kost 100 Peso (in 2019).





Mooi kusntwerk van de Selk’nam, de oorspronkelijke bewoners van Zuid-Chili.







La Sebastiana
In Santiago bezocht ik La Chascona, één van de huizen van de Chileense dichter Pablo Neruda. Zijn tweede huis, La Sebastiana, staat in Valparaiso.
Dit huis is net zo bijzonder als zijn eerste huis. Je vindt er weer allemaal bijzondere objecten zoals een houten kermispaard dat Neruda meenam uit Parijs. Helaas mocht je hier, net als in Santiago, ook weer geen foto’s maken.
Lees meer over Pablo Neruda en La Chascona.

Vina del Mar
Vina del Mar ligt naast Valparaiso en is ook zeker de moeite waard. Ik moet eerlijk zeggen dat ik deze plek eigenlijk iets fijner vond omdat het rustiger was. Valparaiso is nogal druk en viezig. Overal ligt hondenpoep op de straat en het stinkt er (niet overal maar op bepaalde plekken). Vina del Mar is netter. De straten zijn schoner en het strand is heerlijk. Er staan palmbomen en grote luxe flats langs de weg. Ik voelde me hier ook veiliger. Valparaiso is een beetje ruig.




