The Red Centre Way is een route door het rode hart van de Australische outback. In vijf dagen rij je helemaal van Alice Springs naar Uluru. Je eindigt uiteindelijk weer in Alice Springs.

Hoe kom je er?
De route begint in Alice Springs. Je kunt hier komen met de auto of met het vliegtuig.
Waar verblijf je?
Je kunt onderweg verblijven in hotels of motels maar dit is redelijk prijzig. Een goedkoper alternatief is kamperen. Onderweg vind je diverse campings waar je kunt verblijven. Je kunt op bepaalde plekken ook wild kamperen bij de zogenaamde Bush campings. Er bestaat een app, WikiCamps, waar alle campings in Australië en Nieuw-Zeeland op staan. Deze app is helaas niet (meer) gratis maar kan wel handig zijn als je van plan bent om veel te gaan kamperen.
Wij verbleven op de volgende campings:
- Good D’ay Mate -Alice Springs – 3 nachten.
- Glen Helen camping – 1 nacht.
- Kings Canyon camping – 1 nacht.
- Ayers Rock camping – 2 nachten.
Wat voor auto heb je nodig?
Het is aan te raden om een 4WD te huren. We kwamen iemand tegen die de hele route in een normale auto deed maar die was twee keer zo langzaam. Ook wordt het niet altijd toegestaan door het verhuur bedrijf.
Daarnaast zijn sommige wegen (naar uitkijkpunten) écht niet toegankelijk voor normale auto’s.
Wij huurden een jeep met tent op het dak bij Wicked Campers voor een week. We betaalden hiervoor € 473 per persoon (in 2017).

Wat moet je nog meer weten?
Wat is de outback nou eigenlijk? En wat heb je allemaal nodig om The Red Centre Way te kunnen rijden? Ik schreef er een apart blog over.
Wat is er onderweg te zien?
Er zijn 21 plekken waar je onderweg kunt stoppen. De ene keer is het een kloof waar je naartoe kunt wandelen. De andere keer hike je een berg op. Wij stopten bij:
- Palm Valley
- Simpsons Gap
- Standley Chasm
- Ellery Creek Big Hole
- Serpentine Gorge
- Ochre Pits
- Ormiston Gorge
- Glen Helen
- Tylers Pass Lookout
- Mereenie Loop
- Kings Canyon – Watarrka National Park
- Yulara – Ayers Rock
- Uluru & Kata Tjuta

Palm Valley
In Finke Gorge National Park hebben we een stukje offroad gereden op weg naar onze eerste stop: Palm Valley. Helaas hadden we niet genoeg tijd om helemaal naar het einde te rijden. De palmen hebben we dus niet gezien.
Tip: probeer deze weg niet met een normale auto te rijden want die gaat dood.




Simpsons Gap
Simpsons Gap is een grote kloof waarvan niemand eigenlijk weet waarom deze zo heet. Aan het eind vind je een soort meertje maar hier moet je niet in gaan zwemmen. Ook schijn je er rock-wallabies te kunnen spotten. Wij hebben ze niet gezien.




Standley Chasm
Standley Chasm ligt aan het begin van de West MacDonnal Ranges. Toegang is niet gratis. Wij waren er in 2017 en betaalden toen € 8 aan entree.
Het is een klein stukje wandelen naar de kloof die is ontstaan door jarenlange erosie.

Je kunt ook nog een andere hike doen. Deze loopt omhoog en maakt deel uit van de Larapinta trail (een wandelroute van meerdere dagen). Wij deden dit in de zomer (december), in de middag. Niet de beste tijd. De zon is enorm fel en je zweet je kapot. Maar het uitzicht was het waard.




Daarna zijn we even gaan afkoelen in het Standley Chasm café waar je ook Aboriginal kunst kunt kopen.
We werden begroet door deze hongerige kippen.

Ellery Creek Big Hole
Ellery Creek Big Hole is onderdeel van het West MacDonnal National Park en een mooie plek om te zwemmen. De dag dat wij erheen ging was het zó gruwelijk heet dat ik met kleding en al het water in ben gelopen.
We zijn hier niet lang gebleven omdat het, voor outback termen, best wel druk was. Er zaten een hoop mensen en we hadden erg veel last van de vliegen. Na een korte stop zijn we weer doorgereden.
Serpentine Gorge
Serpentine Gorge vond ik zelf niet zo heel erg boeiend (veel vliegen weer). Maar de trail naar boven is wél de moeite waard. Vanaf de bovenkant heb je een fantastisch uitzicht over de MacDonnal Ranges.





Ochre Pits
Ochre Pits is een heilige plek voor het Arrarnta Aboriginal volk. Je mag kijken maar nergens aanzitten.

Sinds de prehistorie wordt oker gebruikt in verf en voor decoratie. De Aboriginals gebruiken dit materiaal al duizenden jaren. Wij hebben hier een korte stop gemaakt om de kleuren te bewonderen.

Ormiston Gorge
Ormiston Gorge schijnt het meest gefotografeerd te worden. En ik moet zeggen het is inderdaad een indrukwekkende plek. Maar ook wel erg toeristisch. Persoonlijk vond ik het uitzicht vanaf Serpentine Gorge indrukwekkender.





Glen Helen
Bij Glen Helen hebben we gekampeerd. Het is een officiële camping met douches en toiletten maar eigenlijk hadden we net zo goed op een bush camping kunnen staan. De douches en wc’s waren best wel vies, overal lagen dode insecten. Alsof niemand het echt bijhield.
’s Nachts liepen er Dingo’s en wilde honden te huilen. Niet zo heel tof als je naar de wc moet. Het was ook nog pikkedonker. Doodeng! Gelukkig hadden we een hoofdlamp mee.

De kloof bij de camping is zo’n tien minuten lopen. Op zich wel mooi maar wéér die irritante vliegen overal. Aan de overkant stonden koeien (de oorzaak van de vliegen) te grazen.

Permit Mereenie loop
Bij Glen Helen kun je een permit kopen als je de Mereenie loop wilt rijden over Aboriginal land. Ik betwijfel of ze je hier echt op checken (niemand heeft ons gecheckt). Maar omdat de permit maar $ 6 kost (in 2017) kun je deze beter aanschaffen.
Redbank Gorge
Deze plek hebben we overgeslagen omdat we twee dagen over wilden houden voor Kata-Tjuta en Uluru. Wij waren er in de zomer (december) en dan is het zo heet dat je beide niet op één dag kunt doen.
Bij Redbank Gorge schijn je door een vallei te kunnen zwemmen (met een opblaas band). Leek me best leuk maar ik vraag me af hoeveel water er nog in de vallei stond toen wij er waren. Heel veel van de meertjes waar we langs reden waren opgedroogd.
Tylers Pass Lookout
Hier kun je even rusten en genieten van het uitzicht.


Mereenie Loop
De Mereenie loop is een off-road weg van 93 kilometer waar je NIET met een 2WD wilt rijden. Natuurlijk zijn er mensen die het wel doen. We kwamen een jongen tegen die er 4 uur over heeft gedaan en het zeer oncomfortabel vond. Met een jeep doe je er ongeveer 1,5 uur over. Je zit dan continue te schudden. Heerlijk met al dat rammelende bestek in de achterbak.

Kamelen horen eigenlijk niet in Australië. Rond 1887, toen er goud werd gevonden in Australië, importeerde men ze uit Brits-Indië. En tegenwoordig lopen ze los rond in de outback.



De Mereenie Loop is heftig maar ook prachtig. Je komt bijna geen andere auto’s tegen waardoor je het idee hebt dat je alleen op de wereld bent. Soms kom je een groep paarden tegen of een verdwaalde kameel.


Kings Canyon – Watarrka National Park
Na de Mereenie loop overleefd te hebben kwamen we aan bij Kings Canyon. We stonden hier één nacht op de camping. Een fijne, rustige camping met nette toiletten, douches en een keuken en koelkast.


Rim Walk
Bij Kings Canyon kun je de Rim Walk doen. Dit is een wandeling van 6 kilometer waar je ongeveer 3 tot 4 uur over doet. In de zomer moet je voor 11 uur ‘s ochtends beginnen. Daarna wordt het namelijk te warm en sluiten ze het pad.
Ik geloof dat wij rond half tien aan de wandeling begonnen en tegen de tijd dat we beneden kwamen was het alweer 40 graden.
Begin van de Kings Canyon Rim Walk, 1000 treden omhoog.


Het is heel belangrijk dat je genoeg water meeneemt (zeker 2 liter per persoon). Een goede conditie is ook wenselijk. De Rim Walk begint met 1000 ‘traptreden’ omhoog en dat is echt pittig.


Als je niet zo’n goede conditie hebt of wat ouder bent kun je er ook voor kiezen om de South Wall Return Walk te doen. Deze is 4.8 kilometer lang, minder zwaar en duurt ongeveer 2 uur.
The garden of Eden.

Vroeger liep hier water. Dat zie je aan het patroon in de steen.

Kings Creek Walk
De Kings Creek Walk is een makkelijke wandeling van 2.6 kilometer waar je ongeveer een uur over doet. Wij hebben deze na de Rim Walk gedaan maar een deel was afgesloten. Een gigantisch brok steen is in 2017 naar beneden gekomen en heeft een deel van de boardwalk vernietigd. De trail zal inmiddels wel weer open zijn.
Het afgesloten deel van de Kings Creek Walk.

Giles Track
Op zoek naar een uitdaging? Dan is de Giles Track wel wat voor jou. Deze is redelijk zwaar, 22 kilometer lang en je zou er zo’n twee dagen over moeten doen. Wij hebben deze dus niet gedaan.
Mt. Conner
Op weg naar Uluru kom je langs Curtin Springs waar je een mooi uitzicht hebt op Mt. Conner wat de locals ook wel ‘Fool-Uru’ noemen. Een hoop toeristen denken namelijk dat dit Uluru is. Haha.
Mt. Conner is een heilige plek voor het Aboriginal volk en de enige manier om er te komen is via een tour die je in Curtin Springs kunt boeken. Wij wilden graag door naar Uluru en zijn er dus niet geweest.

Yulara – Ayers Rock
De meeste mensen die naar Uluru gaan verblijven in Ayers Rock. Wij stonden er twee nachten op de camping en dat was helaas niet zo geweldig.
Het lag niet zozeer aan de camping (de faciliteiten waren prima) maar meer aan het weer. In de periode dat wij in Yulara waren (december) was het zo’n 45 graden overdag en 39 graden ‘s nachts. Zelfs de wind was warm waardoor slapen onmogelijk werd. En ‘s middags moest je schuilen in de schaduw. Maar die was er nauwelijks omdat er niet zoveel bomen stonden.
Er was één heel klein zwembadje en daar zat eigenlijk iedereen de hele middag in. Het was vreselijk. Ik kon niet wachten om te vertrekken.
Schuilen voor de zon in de schaduw van de auto.

Op de eerste dag konden we nog een beetje lachen.

Uluru
Uluru is één van de populairste toeristische attracties in Australië en staat sinds 1987 op de werelderfgoedlijst.
Het mooiste is om de rots te bekijken tijdens zonsopgang. In de zomer (december/ januari) is dat rond 05.50 uur. Vanaf Ayers Rock is het nog een stukje rijden dus zorg ervoor dat je vroeg opstaat en op tijd weg gaat. Voor ons werd het racen aangezien mijn vriend juist die ochtend besloot om lekker lang naar de wc te gaan.
Gehaald! Uluru tijdens zonsopgang.

We waren niet alleen.

Na zonsopgang kun je een wandeling maken om de rots heen. Omdat het een heilige plek is mag je nergens foto’s van maken.
Betekenis
Uluru is een heilige plek voor het Anangu Aboriginal volk. Deze rots is verbonden met hun geloof: de Tjukurpa ofwel de Droomtijd. De rots is een soort bijbel en op verschillende plekken kun je dan ook rotstekeningen terugvinden.


Uluru beklimmen
Uluru werd net als de rest van Australië door kolonisten gezien als vrij land wat ze konden toe eigenen. Pas vele jaren later werden delen van Australië teruggeven aan de Aboriginals. Zo werd ook Uluru- Kata Tjuta park in 1985 teruggegeven.
Sinds 1996 wordt de rots beklommen door toeristen. In 1964 werd zelfs een constructie van palen en kettingen geïnstalleerd wat het klimmen makkelijker zou maken. Maar dit alles werd gedaan zonder toestemming van de Aboriginals.
De Aboriginals hebben liever niet dat je de rots beklimt. Toen wij er waren in 2017 was de klim al dicht. Zogenaamd omdat het ‘te heet’ was. Maar ik denk eigenlijk omdat ze gewoon niet meer willen dat mensen het doen.
In 2019 werd het officieel verboden om op de rots te klimmen.
Kata Tjuta
Kata Tjuta, ook wel Mount Olga of the Olgas genoemd, is een andere rotspartij in het Uluru-Kata Tjuta park. Je mag hier wandelen zolang je binnen de paden blijft en niet op de rotsen klimt. In de zomer moet je vroeg op want in de middag wordt het zo warm dat ze het park sluiten.


In het Kata Tjuta park kun je Aboriginal kunst kopen en meer leren over de mythologie. Slechts een klein deel wordt gedeeld met toeristen, de rest is alleen toegankelijk voor Aboriginals.


